Het ambt van diaken vinden we al in de jonge kerk. De twaalf apostelen lieten zeven mannen ‘van goede faam, vol van geest en wijsheid’ door handoplegging en gebed delen in hun taak om de behoeftigen in de christelijke gemeenschap te ondersteunen. In hen heeft de traditie de eerste diakens gezien. We zien diakens in het Nieuwe Testament mensen binnenleiden in het geloof door de Blijde Boodschap te verkondigen en het doopsel toe te dienen. De zorg voor armen en zwakkeren heeft van oudsher tot het werkveld van de diaken behoord. In de kerk staat hij voor de zorg van de christelijke gemeenschap voor mensen in nood. In de samenleving getuigt hij door zijn woord en zijn leven van het geloof.
Diaken betekent letterlijk ‘dienaar’. Jezus roept zijn leerlingen op niet te heersen, maar te dienen, in navolging van zijn voorbeeld: Hij is de dienaar van allen geworden. Hij heeft zijn leven gegeven voor onze verlossing. Het dienen is een opdracht voor de hele kerk en voor iedere christen. De diaken herinnert de christelijke gemeenschap aan de opdracht tot dienstbaarheid en brengt deze door zijn ambt op bijzondere wijze tot uitdrukking. Het diaconaat was in de loop van de geschiedenis uitsluitend een wijding geworden op weg naar het priesterschap. Maar het Tweede Vaticaans Concilie heeft het diaconaat als zelfstandig ambt hersteld. Sindsdien is het mogelijk dat mannen, gehuwd of ongehuwd, als permanent diaken de kerk dienen.
De leiding van de plaatselijke gemeenschap komt toe aan de bisschop. Hij is de eerstverantwoordelijke voor de opdracht van de kerk om te verkondigen, te heiligen en herder te zijn. Hierin wordt hij bijgestaan door zijn priesters en diakens. Bisschop, priester en diaken hebben deel aan het wijdingssacrament. De diaken wordt, evenals een priester, door de bisschop voor een bepaalde taak benoemd.
De diaken wordt ‘voor het dienstwerk’ gewijd. Dit wordt op drie verschillende terreinen concreet:
In het bisdom Haarlem werken enkele diakens 'full-time' in een parochie of in het categoriale pastoraat. Zij hebben een volledige studie theologie afgerond en zijn in dienst van de kerk. Daarnaast is het mogelijk om ‘part-time’, onbezoldigd en vaak naast betaald werk, als diaken actief te zijn. De vormingsroute hiervoor loopt via het Willibrordhuis.
Het diaconaat is niet zo maar een functie die je een tijd lang uitoefent en dan weer neerlegt. Ook al ben je part-time als diaken actief, je blijft 24 uur per dag, de rest van je leven, diaken gewijd. Diaken worden is niet op de eerste plaats een taak opnemen, maar een roeping volgen. Wie zich afvraagt of het diaconaat iets voor hem is, kan zich de vraag stellen: Is het Gods wil dat ik mijn leven als diaken aan Hem en de kerk toewijd?
Van een diaken als gewijde ambtsdrager verwacht de kerk dat hij een voorbeeld is in het christelijke leven en zijn gebedsleven onderhoudt. Om die reden belooft iedere diaken bij zijn wijding aan de bisschop de belangrijkste delen van het kerkelijk brevier te bidden.
Zowel gehuwde als ongehuwde mannen kunnen tot diaken worden gewijd. Van de ongehuwde diaken wordt verwacht dat hij ongehuwd blijft omwille van het Rijk der Hemelen. Van de gehuwde diaken vraagt de kerk dat hij niet hertrouwt als zijn vrouw zou komen te overlijden. Zowel het diaconaat als het huwelijk is een sacrament. Het één mag niet ten koste gaan van het ander. Daarom is het aanvaarden en het beleven van het diaconaat iets van man en vrouw samen. Op die manier kunnen diaconaat en huwelijk elkaar verrijken en verdiepen. Voor de diakenwijding geldt de instemming van de echtgenote als voorwaarde.
De kandidaten voor het part-time diaconaat volgen een opleiding in het Willibrordhuis in Vogelenzang. Deze duurt ongeveer viereneenhalf jaar en bestaat uit studiedagen, bezinningsdagen en stages. Hierin ontvangen de kandidaten de noodzakelijke theologische en pastorale vorming en worden zij begeleid in hun geloofsgroei en het ontwikkelen van een diaconale spiritualiteit. Ook de echtgenotes worden bij de opleiding betrokken. Het is zelfs mogelijk het studieprogramma of delen ervan mee te volgen. Wie zich eerst op het diaconaat wil oriënteren, kan het eerste jaar van de opleiding als oriëntatiejaar volgen.
In aanmerking voor de diakenopleiding komen praktiserende, kerkbetrokken, katholieke mannen tussen 30 en 55 jaar. Als u getrouwd bent, dient u tenminste vijf jaar in een stabiel, kerkelijk ingezegend huwelijk met uw echtgenote samen te leven. Verder dient u over de nodige communicatieve vaardigheden te beschikken en in staat te zijn een studie op hbo-niveau te volgen. Als u het permanent diaconaat serieus overweegt, kunt u contact opnemen met de Bisschop of diens gedelegeerde. Daarna volgt een aanname-procedure waarin onder meer wordt gekeken naar uw persoonlijke levensgeschiedenis en hoe het diaconaat past in uw persoonlijke geloofsontwikkeling. Namens de Bisschop neemt de gedelegeerde de kandidaten voor het diaconaat aan.