“Efrem, die door de christelijke traditie geëerd werd met de titel “citer van de Heilige Geest”, bleef zijn leven lang diaken van zijn Kerk. Dat was een vastbesloten en zinnebeeldige keuze: hij was diaken, dat wil zeggen dienaar, zowel in het liturgisch dienstwerk als, radicaler nog, in de liefde voor Christus, door hem op onevenaarbare wijze bezongen, als tenslotte ook in de liefde voor de broeders die hij met een zeldzaam meesterschap inleidde in de kennis van de goddelijke Verlossing.”
Paus Benedictus XVI over diaken Efrem de Syriër tijdens de woensdagaudiëntie op 28 november 2007
Diaken-zijn is een levensroeping en een levensstaat. Het is geen baan of functie, het is allereerst een zijn. De diaken wijdt zich toe aan de dienst van Christus en de Kerk. Hij is diaken voor heel zijn verdere leven. Zijn leven wordt voortaan gekenmerkt door een onuitwisbaar merkteken, door een band van gehoorzaamheid met de Bisschop en het bisdom, door het bidden van het getijdengebed, door de dienst van verkondiging, de dienst van naastenliefde vooral voor de armen en zwakkeren.
Velen krijgen een bijzondere band met de diaken omdat hij hen nabij is in momenten van vreugde, bijvoorbeeld rond doopsel of huwelijk, en bij droefheid, zoals bij een uitvaart. Mensen, gelovigen, hebben verwachtingen van een diaken. Zij zien in hem een voorbeeld, een man van de Kerk. De diaken krijgt veel terug aan dankbaarheid en vreugde om de zending die hij mag vervullen in naam van de Kerk. “Wie ben ik, Heer, dat ik dit doen mag?”, zal een gedachte zijn die vaak in hem opkomt.
De diaken-kandidaten studeren aan het Bonifatius Instituut. Het Bonifatius Instituut is een geregistreerd Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen, en is door de H. Stoel op 15 november 2008 goedgekeurd en opgericht. U hebt hier de mogelijkheid om een Bachelor te behalen.
Voor meer informatie over het traject naar het diaconaat, kunt u terecht bij drs. G.H.B. Bruggink, bisschoppelijk vicaris (e-mail: gbrugginkpr@gmail.com) of bij de studieprefect drs. D. Wienen (e-mail: dwienen@tiltenberg.org). Zij die zich oriënteren op het diaconaat in het Aartsbisdom kunnen een opleiding volgen aan het Bonifatius Instituut. Daartoe kunnen zij contact opnemen met de Utrechtse bisschoppelijk gedelegeerde, diaken Geert Hoes. Hij is bereikbaar op 026 – 495 46 72 of per e-mail via hoes@aartsbisdom.nl. Raadpleegt u voor meer informatie ook de website www.ariensinstituut.nl.
Het ambt van diaken vinden we al in de jonge kerk. De twaalf apostelen lieten zeven mannen ‘van goede faam, vol van geest en wijsheid’ door handoplegging en gebed delen in hun taak om de behoeftigen in de christelijke gemeenschap te ondersteunen. In hen heeft de traditie de eerste diakens gezien. De diakens in het Nieuwe Testament leidden mensen binnen in het geloof door de Blijde Boodschap te verkondigen en het doopsel toe te dienen. De zorg voor armen en zwakkeren heeft van oudsher tot het werkveld van de diaken behoord. In de kerk staat de diaken voor de zorg van de christelijke gemeenschap voor mensen in nood. In de samenleving getuigt hij door zijn woord en zijn leven van het geloof.
Diaken betekent letterlijk ‘dienaar’. Jezus roept zijn leerlingen op niet te heersen, maar te dienen, in navolging van zijn voorbeeld: Hij is de dienaar van allen geworden. Hij heeft zijn leven gegeven voor onze verlossing. Het dienen is een opdracht voor de hele kerk en voor iedere christen. De diaken herinnert de christelijke gemeenschap aan de opdracht tot dienstbaarheid en brengt deze door zijn ambt op bijzondere wijze tot uitdrukking. Het diaconaat was in de loop van de geschiedenis uitsluitend een wijding geworden op weg naar het priesterschap. Maar het Tweede Vaticaans Concilie heeft het diaconaat als zelfstandig ambt hersteld. Sindsdien is het mogelijk dat mannen, gehuwd of ongehuwd, als permanent diaken de kerk dienen.
De diaken wordt ‘voor het dienstwerk’ gewijd. Dit wordt op drie verschillende terreinen concreet:
Zowel gehuwde als ongehuwde mannen kunnen tot diaken worden gewijd. Van de ongehuwde diaken wordt verwacht dat hij ongehuwd blijft omwille van het Rijk der Hemelen. Van de gehuwde diaken vraagt de kerk dat hij niet hertrouwt als zijn vrouw zou komen te overlijden. Zowel het diaconaat als het huwelijk is een sacrament. Het één mag niet ten koste gaan van het ander. Daarom is het aanvaarden en het beleven van het diaconaat iets van man en vrouw samen. Op die manier kunnen diaconaat en huwelijk elkaar verrijken en verdiepen. Voor de diakenwijding geldt de instemming van de echtgenote als voorwaarde.
In aanmerking voor de diakenopleiding komen praktiserende, kerkelijk betrokken, katholieke mannen tussen 30 en 55 jaar. Als u getrouwd bent, dient u tenminste vijf jaar in een stabiel, kerkelijk ingezegend huwelijk met uw echtgenote samen te leven. Verder dient u over de nodige communicatieve vaardigheden te beschikken en in staat te zijn een studie op hbo-niveau te volgen. Als u het permanent diaconaat serieus overweegt, kunt u contact opnemen met de Bisschop of diens gedelegeerde. Daarna volgt een aanname-procedure waarin onder meer wordt gekeken naar uw persoonlijke levensgeschiedenis en hoe het diaconaat past in uw persoonlijke geloofsontwikkeling. Namens de Bisschop neemt de gedelegeerde de kandidaten voor het diaconaat aan. Het diaconaat is niet zo maar een functie die je een tijd lang uitoefent en dan weer neerlegt. Ook al ben je parttime als diaken actief, je blijft 24 uur per dag, de rest van je leven, diaken gewijd. Diaken worden is niet op de eerste plaats een taak opnemen, maar een roeping volgen. Wie zich afvraagt of het diaconaat iets voor hem is, kan zich de vraag stellen: Is het Gods wil dat ik mijn leven als diaken aan Hem en de kerk toewijd?
Van een diaken als gewijde ambtsdrager verwacht de kerk dat hij een voorbeeld is in het christelijke leven en zijn gebedsleven onderhoudt. Om die reden belooft iedere diaken bij zijn wijding aan de bisschop de belangrijkste delen van het kerkelijk brevier te bidden.
De kandidaten voor het part-time diaconaat volgen een opleiding in het Willibrordhuis in Vogelenzang. Deze duurt ongeveer viereneenhalf jaar en bestaat uit studiedagen, bezinningsdagen en stages. Hierin ontvangen de kandidaten de noodzakelijke theologische en pastorale vorming en worden zij begeleid in hun geloofsgroei en het ontwikkelen van een diaconale spiritualiteit. Ook de echtgenotes worden bij de opleiding betrokken. Het is zelfs mogelijk het studieprogramma of delen ervan mee te volgen. Wie zich eerst op het diaconaat wil oriënteren, kan het eerste jaar van de opleiding als oriëntatiejaar volgen.
De Kerk vraagt dat de permanente diakens (Directorium voor de dienst en het leven van de permanente diakens, 22 februari 1998, nr. 63-79) en catechisten (Guide for the catechists, 3 december 1993, 29) na hun wijding of zending en in het bijzonder de eerste jaren daarna een programma van permanente vorming volgen. Met het oog op de diakens stelt het Directorium dat er met goedkeuring van de Bisschop een realistisch en haalbaar plan van permanente vorming moet worden opgesteld (79), een minimum vereiste dat voor allen geldt, los van wegen tot nadere verdieping (76). “De diakens zullen verzekerd zijn van regelmatig terugkerende samenkomsten rond liturgie, spiritualiteit, bijscholing, toetsing en studie op diocesaan en boven-diocesaan niveau” (78). De permanente vorming moet alle dimensies van het leven en het ambt van de diaken omvatten en tot harmonie brengen. Zoals voor de priesters moet zij daarom volledig, systematisch en op de persoon gericht zijn naar de verschillende dimensies: menselijk, geestelijk, intellectueel en pastoraal” (68).
Het directorium onderstreept het belang voor iedere permanente diaken: “De persoonlijke zorg en inzet bij de permanente vorming zijn ondubbelzinnige tekens van een coherent antwoord op de goddelijke roeping, van een oprechte liefde tot de Kerk en van een authentieke pastorale bekommernis tegenover de christengelovigen en alle mensen. Wat voor priesters is gezegd, kan ook naar de diakens toe worden uitgebreid: “De permanente vorming is een noodzakelijk middel tot het bereiken van het doel van zijn roeping: de dienst van God en van Zijn volk” (67).
De leiding van de plaatselijke gemeenschap komt toe aan de bisschop. Hij is de eerstverantwoordelijke voor de opdracht van de kerk om te verkondigen, te heiligen en herder te zijn. Hierin wordt hij bijgestaan door zijn priesters en diakens. Bisschop, priester en diaken hebben deel aan het wijdingssacrament. De diaken wordt, evenals een priester, door de bisschop voor een bepaalde taak benoemd.
In het bisdom Haarlem werken enkele diakens fulltime in een parochie of in het categoriale pastoraat. Zij hebben een volledige studie theologie afgerond en zijn in dienst van de kerk. Daarnaast is het mogelijk om parttime, onbezoldigd en vaak naast betaald werk, als diaken actief te zijn. De vorming van permanente diakens loopt via het Willibrordhuis.
De Congregatie voor de Katholieke Opvoeding & Congregatie voor de Clerus heeft op 22 februari 1998 een document gepubliceerd met de basisnormen voor de vorming en directorium voor de dienst en het leven van de permanent diakens: Basisnormen Directorium permanent diakens