Catechiste

Start studiejaar St. Bonifatius

gepubliceerd: dinsdag, 25 augustus 2009
Geheel rechts onderaan: Monica Wildeboer
Geheel rechts onderaan: Monica Wildeboer

Zater­dag 29 au­gus­tus begint het nieuwe studie­jaar van het Sint Boni­fa­tius-instituut. Aan deze oplei­ding die op zater­da­gen (minor-variant) en enkele studieweken (major-variant) plaats vindt, stu­de­ren katho­lie­ke gelo­vi­gen die zich ge­roe­pen weten om diaken of cate­chiste te wor­den of die op een andere manier de Kerk ten dienste willen staan of gewoon meer vor­ming willen hebben. Studie en gees­te­lij­ke vor­ming en groei gaan daarbij hand in hand.

Het is nog moge­lijk zich voor deze oplei­ding aan te mel­den bij studie­lei­der drs. B. Hartmann of rector J. Hendriks. Van de genoemde ambten is dat van diaken intussen wel wat meer bekend. Maar wat is eigen­lijk een cate­chiste? Monica Wildeboer-Van Rossum, als cate­chiste volop actief in de regio Schagen, ver­telt.

Cate­chist(e)

Sinds een jaar of tien kent de pries­ter­oplei­ding van Haar­lem ook de oplei­ding tot diaken en cate­chist(e). In vele gesprekken met mensen merk ik dat men totaal niet weet wat een cate­chist nu eigen­lijk is, en men verwart het ook vaak met ‘catecheet’. Men vraagt zich af waarom na dezelfde studie, vrouwen niet, en mannen wel gewijd kunnen wor­den. En ik hoor vaak de opmer­king dat er veel aan­dacht aan de pries­ters en diakens gegeven wordt maar dat de cate­chisten amper wor­den genoemd. Met name tij­dens vie­rin­gen (en onder andere ook op radio Maria heeft onlangs iemand mij op geat­ten­deerd!) wordt er wel gebe­den om pries­ters en diakens, maar een voor­bede voor cate­chisten ontbreekt veelal. Het doet som­mi­ge mensen zeer en zij vragen zich af of de cate­chisten geen gebed nodig hebben of dat de Kerk geen cate­chisten nodig heeft? Ik moet eer­lijk zeggen dat ik mij­zelf nooit zo met deze vragen bezig heb gehou­den: Toch hebben deze vragen en opmer­kingen mij er toe gebracht om mij­zelf eens te bezinnen op wat het voor mij betekent om cate­chiste te zijn.

Vanaf mijn doop in 1993 weet ik mij door God ‘ge­roe­pen', maar het heeft wel een poos geduurd om te ont­dek­ken waartoe Hij mij riep. Eerst kreeg ik een sterk verlangen om voor pa­ro­chie - assis­tente te gaan stu­de­ren, echter kort hierop werd deze functie opgeheven. De 2e optie was pas­to­raal werkster, maar door ver­schil­lende omstan­dig­he­den bleek dat niet ‘mijn weg' te moeten zijn. Op bij­zon­dere wijze ben ik uit­ein­delijk op de oplei­ding in Vo­ge­len­zang terecht geko­men, hier kreeg mijn roe­ping vorm in het ambt van cate­chiste.

Bij mijn bezol­digde aan­stel­ling per 1 januari 2009 heb ik aange­ge­ven om als cate­chiste aan het werk te mogen blijven, en niet als pas­to­raal werkster. In de 1e plaats om hiermee te voor­ko­men dat mensen me ‘pastor’ zou­den gaan noemen: Ik ben liever gewoon Monica, gelo­vi­ge mét de mensen en cate­chiste vóór de mensen. In de 2e plaats ervaar ik mijn cate­chiste- zijn als een bij­zon­der cha­risma naast mijn gewijde broe­ders, pries­ters en diakens. Ik hou van de ver­schil­lende ambten en bedie­ningen en zie daarin spe­ci­fie­ke genadegaven van de Heilige Geest, ten dienste van Gods Kerk. Ik ben voor mijn diepste gevoel geen diaken (of pries­ter) omdat ik vrouw ben, maar omdat ik die roe­ping niet heb: Ik heb geen verlangens om de Sacra­menten te bedienen, maar om vooral on­der­richt te geven in de Leer.

In mijn functie in onze regio krijgt dit gestalte in o.a. het zoeken naar goede cateche­tische projecten, het be­ge­lei­den en onder­steunen van met name de werk­groepen voor­be­rei­ding 1e H. Communie en Vormsel, het ver­zorgen van de ouder­avon­den samen met de werk­groepen. Het geeft veel vreugde en voldoe­ning als dit werk resul­teert in het toedienen van deze Sacra­menten aan de kin­de­ren en jon­ge­ren. Verder ver­zorg ik catechese cursussen voor vol­was­se­nen, be­zin­nings­avon­den in de vas­ten­tijd rondom de kruis­weg en de Goede Week. Met een groepje jon­ge­ren behandel ik aan de hand van DVD's Bijbel­ver­halen, ik heb gespreks­avon­den met jong­vol­was­se­nen rondom de thema's geloof, Bijbel, kerk, leven. Ik begeleid een liturgie­groep van het Ritmisch koor, en ben nu door een jon­ge­ren­koor gevraagd om Bijbeluitleg te gaan geven aan hen. Tevens ben ik bezig met het ont­wik­ke­len van een Bijbel­cur­sus voor vol­was­se­nen. Dit is zo even een ‘greep' uit de taken die ik mag doen, waar ik dank­baar voor ben en waar ik van hou. Bij afwe­zig­heid van een pries­ter en diaken voel ik mij ge­roe­pen om het Gods­volk bijeen te hou­den rondom de H. Schrift en gebed, dit is meer uit­zon­de­ring dan regel en dat is goed.

Mijn zen­ding tot cate­chiste heb ik nooit als ‘min­der’ ervaren ten opzichte van de wij­ding, maar als anders, óók uniek. Mijn zen­ding is geen Sacra­ment, maar ik heb het wel als heel Sacraal ervaren. Ik hoefde niet hardop de belofte van ‘ge­hoor­zaam­heid aan de bis­schop en zijn op­vol­gers' uit te spreken, maar heb in mijn hart wel de belofte van trouw uit­ge­spro­ken, want het mogen delen in het zen­dings­ambt van de bis­schop vat ik beslist niet lichtvaar­dig op.

In de Con­sti­tu­ties en Decreten van Vat. II wordt op meer­dere plaatsen over de cate­chist(e) ge­spro­ken, vooral in het ‘Decreet over de Missie­acti­vi­teit van de Kerk’. Zoals daar over dit ambt ge­spro­ken wordt sluit geheel aan bij mijn roe­ping. Dit decreet beves­tigt ook mijn gevoel over mijn positie als cate­chiste naast de andere ambten:

“Voor de inplan­ting van de Kerk en voor de groei van de chris­te­lijke ge­meen­te zijn ver­schil­lende bedie­ningen nodig, die, door god­de­lijke roe­ping uit de ge­meen­schap van gelo­vi­gen zelf gewekt, door allen met nauw­ge­zette zorg moeten wor­den behar­tigd en ont­wik­keld; daartoe behoren de ambten van pries­ter, diaken en cate­chist...” (cit. pag. 327/328).

Dit betekent dus dat we, luis­te­rend naar de Heilige Geest, tege­lijker­tijd met ons gebed voor goede pries­ters en diakens, ten allen tij­den ook voor de roe­ping van goede cate­chisten behoren te bid­den.

In het blad ‘Missio’ wor­den regel­ma­tig artikelen geplaatst over het werk van cate­chisten: We­reld­wijd zijn deze in grote getale actief. Vaak werken zij in zeer moei­lijke omstan­dig­he­den en gevaar­lijke gebie­den en er zijn de afgelopen jaren al vele van hen (zinloos) vermoord. Ook voor hen, onze broe­ders en zusters cate­chisten in het bui­ten­land, dienen wij te bid­den om kracht, volhar­ding en uit­hou­dings­ver­mo­gen in hun werk onder deze moei­lijke omstan­dig­he­den.

Het ambt van cate­chist, een ker­ke­lijk ambt voor zowel (gehuwde) mannen als vrouwen is een we­reld­wijd ambt met een eigen en uniek cha­risma. Ik vind het jammer dat deze kennis in onze Kerk in Neder­land wel geheel lijkt te ont­bre­ken. Mis­schien zou het goed zijn om daar eens wat aan­dacht aan te beste­den. Ook het ambt van per­ma­nent diaken is nog ‘zoekende naar zijn iden­ti­teit’, maar daar is nog niet zo lang gele­den een symposium over gehou­den in Rome en over ge­schre­ven in het Katho­liek Nieuws­blad. In een goede samen­wer­king belichamen naar mijn idee de pries­ter, de diaken en de cate­chist(e), ieder naar hun ambt, de drie spe­ci­fie­ke ‘kanten’ van Christus: De Pries­ter­lijke/profe­tische, de dienende/ver­kon­di­gende en de on­der­richtende/lerende.

Tot slot een vraag: Het valt mij op dat de laatste tijd manne­lijke pas­to­rale werkers de toelei­ding tot diaken volgen (ik neem aan dat zij hier voor gevraagd zijn?). Waarom wor­den de andere pas­to­rale werkers niet gevraagd om cate­chist(e) te wor­den? Aangezien dit, zoals ik eer­der heb ge­schre­ven, een we­reld­wijd ker­ke­lijk ambt is, terwijl de ‘titel’ van pas­to­rale werker volgens mij maar in een paar lan­den voor­komt.......?

Daar­mee zou hun positie naar mijn idee meteen ‘hel­der’ zijn, en lost het ‘het probleem’ van de naam­ge­ving ‘pastor’ ook meteen op.....

Harte­lijke groet van Monica Wildeboer